010 -78.66.016 / 06 – 45225004

                   Brandveiligheid Elektriciteit woningen

 

 

 

 

 

" Normen en bewustwording zorgen voor meer veiligheid"

 

Ondanks de komst van het nieuwe bouwbesluit begin deze maand,blijft de verantwoordelijkheid van de brandveiligheid van een gebouw op de eerste plaats een zaak van de gebouweigenaar of - eindgebruiker zelf, en al helemaal als het gaat om de noodverlichting en vluchtwegaanduiding,zo betoogt Jack Schaap als specialist op dit gebied bij van Lien Noodverlichting in Barendrecht.

"Maar dat realiseren zij zich niet voldoende.Dus willen wij hen daarvan bewust maken,samen met de adviseur,installateur en inspekteur op het gebied van de brandveiligheid van gbouwen.Want het kan veel veiliger wanneer er wordt toegepast dan de wet voorschrijft"Hij wijst daarbij nadrukkelijk op de normen op dit gebied.

 

De noodverlichting en vluchtrouteaanduiding(NVA) is tegenwoordig integraal en onlosmakelijk onderdeel van de moderne en intelligentie gebouwinstallatie.Dat komt door de integratie van technieken en is voor de eigenaar of eindgebruiker handig voor een veilig en efficient beheer en onderhoud ervan.Maar lastig qua naleving van de wet-en regelgeving met bijbehorende normen die erop van toepassing zijn.Want,hoewel daar langzaam maar zeker verbetering in komt,is die nog altijd versnipperd over de verschillende onderdelen van de integrale gebouwveiligheid.

 

Nieuw bouwbesluit

Door de komst van het nieuwe Bouwbesluit , en het opgaan van het voormalige Gebruiksbesluit hierin wordt de brandveiligheid van nieuwe en te renoveren gebouwen beter gewaarborgd,landelijk meer uniform,daardoor eenvoudiger te certificeren.,en uituindelijk ook beter te handhaven door het bevoegd gezag.Hierdoor zal het veiliger worden in de gebouwde omgeving in ons land.Adviseur en deskundige Jack Schaap van vanLien Noodverlichting in Barendrecht is het daarmee eens.Maar de noodverlichting en en vluchtwegaanduiding vallen nog buite de certificeringsregeling van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en veiligheid(CCV) voor onder meer de installaties voor brandmelding en - detectie en ontruimingsalarmering.

 

Bij de meeste gemeenten nog geen installatieverantwoordelijke

Van alle 415 Nederlandse gemeenten hebben er nog geen tien een installatieverantwoordelijke aangewezen in het kader van de oude NEN 3140.Laatstaan dat er een gemeente is die de nieuwe NEN 3140 en 3840 van vorig jaar al heeft ingevoerd.Dat is de inschatting van Eric Janze van Technisch Adviebureau IJmond in Ijmuiden. "En dat is de gemeente secretaris zelf verantwoordelijk,wanneer er ongelukken gebeuren met of door de ET-installaties van zijn gemeente.Maar dat weet zij of hij meestal niet.Daarom komen ze pas achter als het te laat is."De gemeentelijke elektrotechnici weten het zo langzamerhand wel.Maar de gelegenheid om de NEN 3140 in de organisatie te implementeren,krijgen ze nog vrijwel niet,grotendeels door de onbekendheid van deze materie bij het ambtelijk management.

 

Gemeentelijke onderhoudsdiensten komen er langzaam maar zeker achter,dat zij na de libelarisering van de energiebedrijven eigenaar zijn geworden van op zijn minst,een installatie van openbare verlichting(OVL),vaak inclusief het onderliggende kabelnetwerk.En dat daardoor goed beheer en innovatie nog veel geld te besparen valt ook.Dat bleek dit voorjaar tijdens een drukbezochte serie bijeenkomsten van het intergemeentelijke Overleg Openbare Verlichting (IGOV) en de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSW)

 

Leidingen: In de praktijk blijkt dat veelvuldig fouten worden gemaakt bij de keuze van de toe te passen leidingen in combinatie met de gekozen beveiligingen.In deel 5 van de NEN-1010 wordt uitvoerig in gegeaan op de berekening van leidingdoorsnede en de toe te passen beveiliging.In dat deel van de norm,worden vele soorten installatiemethoden behandeld.Voorbeelden hiervan zijn: * Meer of minder leidingen in een kabelgoot;

*In de ruimte heersende temperatuur;

*leidingen in verschillende soorten grond enzovoort.

 

Aan de hand van de installatiemethode,het type leiding en de diverse reductiefactoren moet de maximale belasting en beveiliging van de leiding worden bepaald.Daarnaast moet van de berekende leiding,de maximale lengte worden bepaald.Deze reductiefactoren zijn van sterke invloed op de belasting van de leiding.Er zijn reductiefactoren voor het corrigeren van de invloed van het bij elkaar leggen van leidingen,de omgevingstemperatuur van de ruimte waarin de leidingen worden toegepast,en nog veel andere voorbeelden.Dit kan toch leiden tot een reductie van 50% van de maximale toegestane belasting van een leiding.Indien men met onvolledige gegevens een ontwerp heeft moeten maken,kan dit in de praktijk lijken tot grote afwijkingen met als direct gevolg,brandgevaarlijke situaties of onderbreking van de normale bedrijfssituatie.

 

Leidingaanleg:

Zoals eerder genoemd,zijn er vele installatiemethoden.De leidingaanleg dienen nauwgezet te worden uitgvoerd.Veelal worden leidingen los over verlaagde plafonds neergelegd, zonder enige vorm van bevestiging,terwijl 1 meter verderop een kabelgoot aanwezig is.Speciale aanleg moet worden geschonken aan enkelardige leidingen.De manier waarop deze enkelardige leidingen bij elkaar worden gelegd, is van grote invloed op de stroomverdeling van de leidingen.Bij het niet juist uitvoeren,kunnen diverse leidingen zwaar worden overbelast,met alle gevolgen van dien.

 

Routing van leidingen:

In een gebouw worden vanaf de hoofdverdeelinrichting de leidingen aangelegd naar de diverse gebruikers.Veelal zijn deze leidingen gemonteerd in verticale kabelschachten.In deze kabelschachten zijn op elke verdieping een of meerdere verdeelinrichtingen geplaatst.Vanaf deze verdeelinrichtingen vindt de voeding van de diverse gebruikers plaats.Een verticale leidingschacht kan als er een brand in ontstaat,als schoorsteen werken.Zodoende dient er speciale aandacht te worden besteed aan de doorvoeringen.Nagegaan dient te worden,of deze doorvoeringen deugdelijk brandwerend moeten zijn afgedicht.In de praktijk blijkt dat hieraan onvoldoende,of zelfs geen aandacht worden besteed,terwijl dit voor een brandbeperking van essentieel belang is.

 

Gedrag van leidingen bij brand:

Omdat elektrische leidingen(kortweg kabels)deel uitmaken van een gebouw,vallen zij onder de Bouwpructrichtlijn(CPD) en wel met name vanwege het gedrag en de bestandheid tegen brand.Hoewel kabels zelden zelf de oorzaak zijn van een brand,zullen ze wel een grote invloed kunnen hebben op het verloop en de gevolgen van een brand.Bij strekkende meter kunnen kabeltrajecten vaak 5 tot 10 l brandbaar materiaal bevatten,waardoor ze een brand snel kunnen laten voortplanten.Afhankelijk van de gebruikte materialen als kabelisolatie,kunnen ze verder een dichte,toxice en corrosieve rook verspreiden,die het vluchten belemmert en gevaar oplevert voor de personen die zijn betrokken bij bluswerkzaamheden.Deze effecten overtreffen vele malen het verwoestende effect van vuur door de gevolgen ervan op personen en zelfs constructies en goederen.Bovengenoemde overwegingen pleiten in geval van nieuwbouw voor de toepassing van zogeheten mbzh-kabels(moeilijk brandbaar zonder halogeen.

 

 

 

 

Volt- Elektro =

REI-Erkend en een zusteronderneming van St.Technische Opleidngen Rotterdam

 

 LET OP: " Met een veilige installatie is het prettig wonen!"

 

Kiest u voor een erkend Sterkin-installateur,dan maakt u altijd een veilige keuze. De erkende installateur is niet zomaar erkend.Hij voldoet aan hoge kwaliteitseisen.Zo moet hij bezitten over voldoende kennis,werken volgens de juiste normen en in het bezit zijn van de juiste (meet) gereedschappen.